Vrouwen hebben minder specifieke klachten dan mannen bij slaapapneu

Het stellen van een diagnose slaapapneu is bij vrouwen meestal lastiger dan bij mannen. Hoe dat komt? Vrouwen vertonen vaak minder specifieke klachten dan mannen met slaapapneu. Veelvoorkomende klachten bij mannen zijn typisch en bekend voor slaapapneu: snurken en ademstops. Vrouwen vermelden daarentegen andere symptomen. Denk aan slapeloosheid, rusteloze benen, depressie, nachtmerries, hartkloppingen en hallucinaties.Daarbij komt dat slaapapneu traditioneel gezien wordt als een mannenaandoening. Bij vrouwen wordt minder snel gedacht aan slaapapneu.

Vrouwen hebben een lagere AHI bij gelijke klachten

Een belangrijke maatstaf bij slaapapneu is de AHI: het gemiddelde aantal ademstops per uur. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen met vijf ademstops per uur net zoveel klachten hebben als mannen met vijftien ademstops per uur. De AHI tijdens niet REM-slaap is bij vrouwen significant lager dan bij mannen. Dit verschil treedt niet op tijdens de REM-slaap.

Uit sommige studies komt naar voren dat positionele slaapapneu bij vrouwen vele malen minder vaak voorkomt dan bij mannen. Dat betekent dat positionele slaapapneu therapie bij vrouwen veel minder vaak wordt voorgeschreven.

Slaapapneu komt bij vrouwen twee keer vaker voor na de menopauze.

De verschillen tussen de hoogte van de ademstopindex neemt af naarmate de leeftijd toeneemt. Dat komt vooral door de toename van het aantal ademstops na de menopauze. Een aantal onderzoeken wijst erop dat vrouwelijke geslachtshormonen een soort beschermend effect hebben op het openblijven van de bovenste luchtwegen.
Hormonen kunnen ook een rol spelen bij de verdeling van lichaamsvet. Bij vrouwen na de menopauze neemt gemiddeld de vetmassa toe. Daarnaast verandert de vetverdeling tussen het onder- en bovenlichaam. Bij overgewicht is de kans op slaapapneu groter

Slaapapneu bij zwangerschap

Er is een aantal factoren waardoor een vrouw een verhoogd risico heeft op slaapapneu tijdens haar zwangerschap. Door de groeiende baarmoeder komt het middenrif hoger te liggen. Dit verandert de longmechanica. Daarnaast neemt tijdens de zwangerschap de nekomvang toe, wordt de neusdoorgang minder en treedt er strottenhoofdzwelling op. Allemaal veranderingen die ervoor kunnen zorgen dat slaapapneu optreedt. Na de zwangerschap nemen deze factoren weer af en verdwijnt vaak de slaapapneu.

Privacy verklaring Ontwerp: Inzpire | Webdevelopment: Haagen Web & App